Maar voor de nieuwkomers onder ons: hoe speel je padel en wat zijn de spelregels precies?
Op sommige vlakken heeft padel veel weg van tennis en squash. Daar bestaat geen misverstand over. Op één vlak onderscheidt het zich echter direct van die balsporten: padel speel je altijd in teams van twee tegen twee. Bovendien is padel niet voor niets een op zichzelf staande sport. In dit blog gaan we daar dieper op in.
Want áls een sport extra aandacht verdient, is het padel wel. In ieder geval, dat vinden wij bij Pure32. Ten eerste de afmeting van een padelbaan, die is 10 meter breed en 20 meter lang. De baan heeft doorgaans geen muren, zoals bij squash wel het geval is, maar een omheining van hekwerk en glas. Iedere speelhelft, gescheiden door een net, is verdeeld in twee servicevakken en een achterveld.
De spelregels van padel komen op veel vlakken overeen met die van tennis. Ook bij padel dient de speelbal over het net geslagen te worden en terecht te komen in het vak van de tegenstrever. Serveren bij padel gaat daarentegen (verplicht) onderhands. Daarbij moet de bal, voordat je opslaat, eerst achter de servicelijn stuiteren. Nog een groot verschil met tennis: de bal mag na de stuit tegen de wand of muur van de tegenstander komen, die hem daarna wel direct terug moet slaan.
Weet je hoe het scoreverloop bij tennis werkt? Dan hoef je bij padel niet veel bij te leren. Het puntensysteem werkt namelijk op dezelfde manier: 15, 30, 40 en game. Je krijgt deuce als het 40-40 in punten is. In dat geval moeten twee opeenvolgende punten worden gescoord om de game te winnen. Bij padelpotjes gaat het vaak om best-of-three sets: degene die het eerst twee sets binnensleept, wint de wedstrijd. Trouwens: een set win je door als eerste zes games te winnen.
Tekst gaat verder onder de foto
De bal mag tijdens een rally slechts één keer de grond raken. Een speler heeft de keuze om de bal te laten stuiteren of hem te volleren. Een volley mag alleen niet geslagen worden als return. Zodra de bal stuit moet dat gebeuren zonder eerst een wand of het hekwerk te raken, anders bega je een fout. Nadat de bal heeft gestuit mag hij de wand of het hekwerk een of meerdere keren raken voordat hij teruggespeeld wordt.
De ontvanger mag de bal direct in het speelveld van de tegenstander terugslaan. Ook kan hij de bal terugspelen via de achter- of zijwanden. Als de bal het hekwerk raakt voordat hij over het net komt, bega je een fout. Als de bal via het speelveld over de wand (4 meter) of hekwerk (3 meter) wordt geslagen is het normaliter een punt; behalve als een speler buiten de padelbaan de bal terugspeelt. Het spel gaat door met deze padel regels, totdat de bal tweemaal op het speelveld stuit of een speler op een andere manier de regels overtreedt.
Op papier zijn de regels wellicht wat lastiger te begrijpen dan dat je er spelenderwijs mee aan de gang gaat. Ook handig: check deze korte video van de Koninklijke Nederlandse Lawn Tennis Bond (KNLTB) om de kneepjes van het vak te leren: video.
Scroll verder naar beneden om een overzicht van de andere blogs van Pure32 te bekijken.